10 jaar CADO Vosselaar

Vandaag wordt feest gevierd in de Kempen, meer bepaald in Vosselaar. CADO Vosselaar bestaat 10 jaar. Tinne Rombouts, Vlaams volksvertegenwoordiger voor CD&V, stond aan de wieg bij de opstart van het proefproject in 2009. Er zijn ondertussen 72 CADO's opgericht waardoor 23% van alle gemeenten in Vlaanderen een CADO hebben. Van alle CADO's zijn er 35% in de provincie Antwerpen liggen. Het initiatief heeft zijn nut dus meer dan bewezen. Na 10 jaar is het tijd om terug te kijken, maar vooral om te kijken welke toekomstmogelijkheden er nog open liggen.

Ouderen willen zo lang mogelijk in hun thuisomgeving blijven wonen. Dat kan door de hulp van mantelzorgers. Mensen uit de omgeving, meestal partner of kinderen, die dag en nacht bereikbaar zijn en klaarstaan voor hun ouders om hun wens om thuis te blijven, helpen waarmaken. Ze doen dat uit liefde, maar het legt ongewild een grote druk op hun schouders. Het heeft hoe dan ook op impact op zichzelf en op het eigen gezin. “Maar het moet toch mogelijk zijn om mantelzorgers te ontlasten zodat ze de energie vinden om de zorg te blijven dragen waardoor ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven. We ervaarden dat de drempel naar de dagverzorgingscentra aangesloten bij een woonzorgcentrum te hoog was” stelt Tinne Rombouts.

Door samen met een aantal Kempenaars uit de residentiële zorg en de thuiszorg daarover verder na te denken is het idee van CADO, collectieve dagopvang voor ouderen, ontstaan. Een kleinschalige dagopvang, in een huis op een hoek van de straat, waar overdag een huiselijke opvang is in kleine groep (+/- 5 mensen) en de ouderen ‘s avonds gewoon terug naar huis gaan. Het zijn de nabijheid en de huiselijke sfeer die centraal staan. Dat weerspiegelt zich ook in de oprichtingsvoorwaarden rond bijvoorbeeld infrastructuur. CADO werd bewust geen nieuwe structuur, maar een samenwerking tussen bestaande partners in het zorglandschap. De thuiszorgdiensten  die reeds bij de zorgbehoevenden komen, kunnen de ideale brug vormen naar de CADO. Andere thuisondersteunende diensten zoals bijvoorbeeld verpleegkundigen of maaltijdbedelingen, kunnen met de CADO’s samenwerken. 

Het proefproject in Vosselaar was een samenwerking tussen de gemeente Vosselaar, de thuiszorgdienst van Welzijnszorg Kempen, de Katholieke Hogeschool Kempen en VONK3 (Vlaams Onderzoeks- en Kenniscentrum 3de leeftijd). Na drie jaar proefdraaien met het project in Vosselaar werd in 2012 collectieve dagopvang voor ouderen ook definitief opgenomen in de wetgeving met als ultieme doel in elke gemeente een dagopvang te voorzien. Daar zijn we nog niet, maar er is wel een gigantische evolutie merkbaar.

 Ondertussen hebben 71 Vlaamse gemeenten een CADO. Er zijn 25 CADO’s in de provincie Antwerpen, 8 in de provincie Limburg, 15 in Oost-Vlaanderen, 18 in Vlaams-Brabant en 6 in West-Vlaanderen. Daarom komen er jaarlijks nog bij. Vandaag staan er nog 20 op de planning. In bijna de helft van de gemeenten waar geen dagverzorgingscentrum is, is er wel een CADO. Het heeft zijn maatschappelijke meerwaarde binnen het zorglandschap duidelijk aangetoond, erkent ook Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen.  De blijvende positieve evolutie en het feit dat er nog 77 gemeenten in Vlaanderen zijn die geen vorm van dagopvang hebben, toont dat er nog ruimte is voor groei.

 In het nieuwe woonzorgdecreet dat op 6 februari 2019 werd goedgekeurd in het Vlaams parlement, blijft de huiselijke setting het uitgangspunt voor de erkenningsvoorwaarden. Door de goedkeuring op 22 februari 2019 van de uitvoeringsbesluiten bij dit decreet worden vanaf 1 januari 2020 een aantal vernieuwingen doorgevoerd die tegemoet komen aan vragen uit de sector. Vanaf dan zal namelijk de leeftijdsgrens van 65 jaar vervallen en kunnen personen jonger dan 65 jaar ook opgevangen worden, personen met een persoonsvolgend assistentiebudget zullen dan ook zorg kunnen inkopen in een CADO en de voorwaarde om een voltijdse functie door maximaal twee personen in te vullen zal dan vervallen.

 Tinne Rombouts kijkt ook verder en ziet de maatschappelijke rol die een CADO kan betekenen in een buurt. “Het verhaal dat mij steeds is bijgebleven is een CADO waar regelmatig de buren spontaan een bloemetje kwamen brengen of een babbeltje kwamen doen” aldus Rombouts. Zij en de minister zaten op dezelfde golflengte om de huiselijke sfeer blijvend voorop te zetten, de nodige pragmatiek aan de dag te leggen bij de erkenningsvoorwaarden om nog meer ouderen en mantelzorgers te ondersteunen. Ze wil ook een oproep doen aan de nieuwe lokale besturen.

“Nabije zorg is en blijft belangrijk. Vereenzaming en de druk op mantelzorgers blijven een issue. Dus we hopen dat de nieuwe lokale besturen de mogelijkheden van CADO in hun omgeving onderzoeken en er nog bijkomende initiatieven genomen worden.  Zo kunnen mantelzorgers blijven rekenen op een nabije kwaliteitsvolle dagopvang en blijft hun draagkracht behouden. Want elke mantelzorger en elke zorgbehoevende verdient deze cadeau” aldus Tinne Rombouts.

 

 

Foto's