Belangrijkste wijzigingen in het nieuwe MAP 5

Hieronder vindt u een korte samenvatting een aantal belangrijke punten uit het nieuwe mestactieplan (2015 – 2018). Vlaanderen zal enerzijds een versterkte gebiedsgerichte aanpak toepassen die strengere maatregelen zal opleggen in focusgebieden. Anderzijds ligt de focus op een geïntegreerde bedrijfsaanpak van de bemesting in MAP5 om een efficiënter gebruik van meststoffen te verzekeren.

1.       Stikstof (Focus op bedrijf)

Gebieden worden als focusgebied aangeduid als er overschrijdingen worden waargenomen in oppervlaktewater en/of grondwater. Als er twee achtereenvolgende positieve evoluties zijn van het oppervlaktewater én het grondwater dan kan de status vervallen. In focusgebied gelden strengere normen wat betreft bemesting. Een focusbedrijf is een bedrijf waarvan 50% van het areaal in focusgebied gelegen is. Op alle percelen gelden dan bijkomende maatregelen ook al zijn deze niet gelegen in focusgebied!

Wat nieuw is in MAP5 is dat bedrijven die het goed doen beloond worden en dat bedrijven die het minder goed doen strengere maatregelen opgelegd krijgen. Zo kunnen bedrijven in focusgebied een vrijstelling krijgen van de opgelegde maatregelen als ze aantonen dat zij niet de oorzaak zijn van de slechte waterkwaliteit. Andersom zullen bedrijven die niet gelegen zijn in focusgebied maar wel een overschrijding van de normen kennen, dezelfde maatregelen opgelegd krijgen als focusbedrijven. De opgelegde maatregelen kunnen de volgende zijn: minder mest uitrijden (strengere nitraatresidu drempelwaarden), de periode waarin men mest mag uitrijden wordt beperkt, verstrenging van de transportregeling en de verplichting om groenbemesters in te zaaien.

Focusbedrijven moeten bijkomend een bemonstering uitvoeren op bedrijfsniveau van de nitraatresidu’s op hun percelen en de kost ervan dekken (autocontrole). Bovendien zal iedereen in 2016 met het systeem van werkzame stikstof moeten werken. Het is dus belangrijk dat landbouwers goed begeleid kunnen worden, alsook moet het systeem van aangifte vereenvoudigd worden.

Kortom, focusbedrijven zullen dus strenger gecontroleerd worden en MAP5 zal heel gebiedsgericht werken om de probleemgebieden aan te pakken. Vooral rond de Schelde, de Leie en de Maas zijn rode MAP-meetpunten (veel te hoge nitraatconcentraties) gelegen bijgevolg zullen gebieden rond deze waterwegen waarschijnlijk als focusgebied worden aangeduid.

2.       Fosfor (Focus op percelen)

In het nieuwe MAP zal voor het eerst rekening gehouden worden met de fosforbeschikbaarheid in de bodem. Voor het eerst wordt de beschikbaarheid van fosfor in Vlaanderen in kaart gebracht. Waarschijnlijk zal fosfaat nu nog meer de beperkende factor worden. In dierlijk mest zijn stikstof en fosfor namelijk steeds met elkaar verbonden in een welbepaalde verhouding. De bemestingsstandaarden zal men baseren op de export van fosfor van een gewas (in welke mate neemt het gewas fosfor op), de fosforbeschikbaarheid in de bodem en de fosforgevoeligheid van gewassen.

De bodems in Vlaanderen zullen op basis van fosforbeschikbaarheid ingedeeld worden in vier klassen. Daarbij wordt dan ook nog eens een onderscheid gemaakt tussen het gewastype. Afhankelijk van het type gewas en de fosforbeschikbaarheid (klasse 1-4) worden de maximum fosfaat bemestingsnormen dan vastgelegd voor MAP5. De meeste percelen zullen klasse III zijn bijgevolg zullen vanaf dit jaar alle percelen ingedeeld worden als Klasse III, maar door middel van bodemstalen kunnen landbouwers aantonen dat ze horen tot klasse I of klasse II (dan mogen ze meer fosfor bemesten). Indien ze kunnen aantonen dat ze het beter doen en tot klasse I of II behoren dan worden de stalen terugbetaald door de overheid.

Daar waar problemen zijn zal met begeleiding gezocht worden naar een oplossing met eventueel extra maatregelen. Anderzijds zullen landbouwers die goed presteren minder strenge normen opgelegd krijgen.