Boerenprotesten

Ik denk dat niemand om de signalen die we in de straat kregen heen kon. De mensen zijn boos, landbouwers zijn boos. Ze hebben heel veel sympathie gekregen van vele mensen die ze tegenkwamen op hun traject. Ze vragen heel wat engagementen om hun toekomst te kunnen blijven verzekeren. Dat is in Vlaanderen zo, op de Vlaamse wegen, maar we hebben dat ook in andere landen en in Wallonië, in heel België gezien. Het gaat over een uitdaging die op alle beleidsniveaus speelt. Het signaal is heel duidelijk: het is genoeg en het is voor velen ook te veel.

Vanuit de Europese Commissie is er dadelijk een engagement aangegaan. Ook vanuit de andere gewesten zijn er een aantal initiatieven genomen om zaken aan te passen in het regelgevende kader. We hebben inderdaad gehoord dat ook de Vlaamse Regering zich heeft geëngageerd om in overleg te gaan met de landbouwers. Ik heb begrepen – en dat lijkt mij inderdaad belangrijk – dat er naar een overlegmodel wordt gegaan. Iedereen moet in eigen boezem kijken en nagaan wat men kan doen om tegemoet te komen aan die verzuchtingen. Vlaanderen heeft op dat vlak inderdaad heel wat bevoegdheden: Landbouw, maar eveneens Ruimtelijke Ordening, Natuur en Omgeving enzovoort. Dat zijn belangrijke bevoegdheden waarop er moet worden ingezet.

Op vrijdag 2 februari 2024 zou de Vlaamse Regering zich hebben geëngageerd om onder meer via overleg in te zetten op meer rechtszekerheid, op de beschikbaarheid van gronden, op landbouwvriendelijk waterbeleid, op minder papierwerk, op een redelijk handhavingsbeleid, enzovoort. Dinsdagavond 6 februari 2024 is er nog overleg geweest, waarover nog geen verdere terugkoppeling werd gegeven.

Vandaar heb ik deze uitdrukkelijke vraag gesteld aan minister-president Jambon. Hoe denkt u een antwoord te bieden aan de gerechtvaardigde eisen van onze Vlaamse land- en tuinbouwers? 

De minister-president gaf aan dat hij niet de volledige lijst van actiepunten kon meedelen en daar kan ik begrip voor opbrengen. Ik ga ervan uit dat we daar op een later moment op zullen terugkomen. Toch zijn er enkele thema’s die al aangestipt werden door de minister-president in zijn antwoord op mijn vraag.

Op vlak van ruimtelijke ordening zou ik graag de woorden van de voorzitter van het ABS, Hendrik Vandamme, citeren uit de hoorzitting in de commissie landbouw op woensdagvoormiddag 7 februari 2024: “Uitdrukkelijk is er gevraagd om het inbreken in agrarisch gebied door een overheid zelf, om daar dingen te gaan realiseren die niet conform de planologische voorschriften zijn, om daar als overheid zelf het voorbeeld te geven en daarmee op te houden.” Ik denk dat het niet meer dan normaal is dat er begrip gevraagd wordt voor de eigen ruimtelijke ordening en voor het respecteren van de bestemming van die gronden. In die zin hoop ik ook dat dat meegenomen wordt. Ik heb trouwens ook begrepen vanuit Open Vld, bij monde van minister Rutten, dat ook zij dat heel uitdrukkelijk mee ondersteunt. En de cd&v-visie daarop is ook gekend.

Daarnaast wil ik nog even stilstaan bij het verhaal van overleg. De minister-president gaf aan dat we van een conflictmodel naar een overlegmodel gaan. De vraag is natuurlijk waarom we in een conflictmodel zijn gekomen. Ik vrees inderdaad dat dat is omdat er te weinig overleg is geweest in een aantal dossiers. Ik ben dus heel blij dat er vandaag aan de tafel gezeten wordt en dat er gekeken wordt hoe we effectief naar de toekomst toe werken. Toch lijkt het mij belangrijk om het overlegmodel ook te verankeren in de rest van het toekomstige beleid van de komende maanden voor alle bevoegdheden die te maken hebben met land- en tuinbouw. Daarom stelde ik deze vraag ook nog aan de minister-president Jambon. Als antwoord daarop bevestigt hij dat er een structureel overleg komt met de land- en tuinbouwsector.

Ik denk dat we allemaal achterom moeten kijken en bedenken hoe we in deze situatie terechtgekomen zijn. Het een of het ander heeft de emmer natuurlijk doen overlopen, maar de emmer is wel gevuld met heel wat knelpunten. Ik ben uiteraard benieuwd naar de diverse oplossingen die naar voren geschoven zullen worden door de regering. Het is cruciaal, het moet duidelijk zijn, dat er effectief harde daden nodig zullen zijn om een geruststellend gevoel te geven.

We moeten naar een omslag van denken gaan. We moeten fier durven zijn op onze positie in de voedselvoorziening in Europa, een strategische positie. We moeten fier durven zijn op de kwaliteit en duurzaamheid van onze voedingsproducten en landbouw. We moeten fier durven zijn op die landbouw die al dat werk voor ons doet. Laat de boer boer zijn en overleg met de sector of en op welke manier de doelstellingen gehaald kunnen worden. Zorg dat de Vlaamse overheid weer een betrouwbare factor kan zijn die een rechtszekere toekomst biedt aan onze ondernemers, aan onze land- en tuinbouwers.

Benieuwd naar de hele tussenkomst? Bekijk hier de video.