OPINIE - Diepe geothermie nu écht vastpakken
Vlaanderen zet alle zeilen bij om haar doelstellingen hernieuwbare energie te halen en de CO2-uitstoot terug te dringen. In ons kleine landje blijven de mogelijkheden van wind- en zonne-energie eerder beperkt. Nu ook de toekomst van de biomassacentrale van Langerlo onzeker is, wordt de uitdaging er niet minder om. Uit de onderzoeksresultaten die de VITO presenteerde, blijkt evenwel dat de Kempische en Limburgse ondergrond mogelijkheden biedt voor diep geothermie. Hiermee dient zich een nieuwe kans aan. Alleen blijft het beleidsmatige toepassingskader uit.
De overheid dreigt ook nu weer achter de technologische ontwikkelingen aan te hollen. Op die manier missen we kansen om de omschakeling van fossiele naar hernieuwbare energie te versnellen. Er is dringend nood aan politieke actie.
De laatste weken is er heel wat onduidelijkheid ontstaan over de toekomst van de biomassacentrale van Langerlo. Dat bracht een hele discussie op gang over de plaats van biomassa in het behalen van de Europese doelstellingen voor hernieuwbare energie. In de marge van die discussie verklaarde minister Turtelboom dat de Vlaamse Regering volop inzet op wind en zon. Volgens haar zijn dit de enige echte bronnen van hernieuwbare energie in Vlaanderen.
Van diepe geothermie geen spoor in haar verhaal. Nochtans werden de vermoedens over de mogelijkheden van diepe geothermie voor energievoorziening in de Kempen en Limburg afgelopen vrijdag bevestigd. De VITO presenteerde toen de bevindingen van haar eerste proefboring op de Balmattsite in Mol. Op een diepte van 3.350 meter werd water gevonden met een temperatuur van 138°C. Die temperatuur biedt niet alleen de mogelijkheid om mits een aantal extra boringen tot 20.000 gezinnen, scholen, bedrijven en zwembaden in de omgeving van Dessel en Mol van warmte te voorzien. Er kan zelfs elektriciteit mee worden geproduceerd.
Met diepe geothermie kan ook in ons land heel wat hernieuwbare energie worden gewonnen, op een CO2-neutrale manier.
Dubbel winst dus: én een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in functie van onze klimaatdoelstellingen, en een stap dichter bij het behalen van onze Europese engagementen inzake hernieuwbare energie.
Maar waarom blijft het dan zo stil rond diepe geothermie?
De overheid moet opletten niet opnieuw achter de technologische ontwikkelingen aan te hollen. Als we de omschakeling van fossiele naar hernieuwbare energiewinning niet willen missen, mogen we deze fout niet maken.
Beleidsvisie?
In de resolutie die op initiatief van CD&V werd goedgekeurd in het Vlaams Parlement vroegen we naar een ‘structuurvisie ondergrond’ die bestaande vergunningen voor het gebruik van de ondergrond inventariseert. Maar nog belangrijker is dat die structuurvisie de mogelijke toepassingsgebieden voor de ondergrond afbakent, eventuele interferenties tussen die toepassingen in kaart brengt en een afwegingskader voor de verschillende ondergrondse toepassingen creëert. De opmaak van een dergelijke ruime beleidsvisie is echt noodzakelijk willen we tot afstemming komen tussen de diverse betrokken beleidsdomeinen die impact hebben op de exploitatie van groene warmte. Er is ook overeenstemming nodig over het gebruik van de ondergrond in Vlaanderen tussen de verschillende beleidsniveaus.
Een dergelijke globale beleidsvisie mag overigens niet alleen oog hebben voor de vele voordelen van diepe geothermie, maar moet ook rekening gehouden met eventuele negatieve effecten.
De aanpassing aan het decreet diepe ondergrond, dat de komende weken wordt behandeld in de commissie leefmilieu van het Vlaams Parlement en is voorbereid door minister Joke Schauvliege, is een eerste stap in de richting van een structuurvisie. Daarbij wordt diepe geothermie ook als een mogelijk toepassingsgebied opgenomen.
Maar er wachten nog een heleboel andere vragen op een antwoord van de overheid …
Exploitatie?
Wat is de meest aangewezen manier om de warmte uit de diepe ondergrond te exploiteren? De VITO spreekt over de oprichting van een Kempens Warmtebedrijf dat alle boringen zou kunnen uitvoeren en de energiewinning beheren. Maar waarom niet nadenken over een model waarbij gemeenten, bedrijven en particulieren mee investeren, participeren en delen in de winst? De VITO kan dan ondersteunen met de opgedane kennis en ervaring. Een dergelijke aanpak werd al in Nederland toegepast, waarbij elke potentiële exploitant het risico dat hij neemt met de investering en het uitvoeren van de boring kan laten verzekeren.
Warmte én elektriciteit?
Als de temperatuur van het opgepompte water voldoende hoog is, is het mogelijk om met behulp van dat water elektriciteit te produceren. Zo kan diepe geothermie niet alleen een bron van warmte maar ook een bron van elektriciteit zijn. Een constante bron die volledig los staat van de weersomstandigheden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld wind en zon waar de minister altijd naar refereert. De proefboring geeft aan dat het water in de ondergrond hiervoor effectief gebruikt kan worden.
Alleen moet rekening worden gehouden met het rendementsverlies waarmee de omzetting van warmte naar elektriciteit gepaard gaat. De productie van elektriciteit vraagt ook heel tientallen miljoenen aan investeringen. Mogelijk volgt daarom een vraag naar steun van de overheid. Als die er komt moet in elk geval vermeden worden dat die eventuele overheidssteun ten koste gaat van andere initiatieven, en dat opnieuw een oversubsidiëringsverhaal wordt geschreven zoals het geval was bij PV-installaties en biomassa. Financiële transparantie wordt van bij de start het ordewoord.
Warmtenetten?
De overheid zou de keuze kunnen maken om in elke nieuwe verkaveling in de Kempen en Limburg een warmtenet aan te leggen. In dat geval is dan wel dringend nood aan een technisch reglement voor warmtenetten. Dat is er nu niet, en dus lopen we het risico dat iedereen die met de gewonnen groene warmte aan de slag gaat bijna letterlijk zelf ‘het warm water’ moet uitvinden.
Mogelijk heeft dit ook gevolgen voor de verplichting voor de distributienetbeheerders om het aardgasnet in deze streek verder uit te breiden.
Prijszetting?
Op dit moment ontbreekt elke richtlijn over de prijszetting van warmte. Ook hier is Nederland mogelijk gidsland. Nederland legde een uniforme prijs vast voor het hele land. Voor het berekenen van deze prijs werd vergeleken met de kostprijs van warmteproductie door middel van een hoogrendementsgasketel. Als zo’n gereguleerde prijs niet de beste optie blijkt, is in elk geval nood aan overleg tussen de producent, de leverancier, de netbeheerder en de afnemers. En wat met wanbetalers?
Kortom, er is een voorzichtige start gemaakt met het decreet diepe ondergrond, maar er ligt nog heel wat denkwerk op de plank. Nu we staan waar we staan is er geen enkele reden meer om te treuzelen. De voet moet van de rem. De Vlaamse Regering moet eerder vandaag dan morgen het proces starten om eenduidige keuzes te maken en te vermijden dat deze innovatie wordt geremd door hiaten in de regelgeving. De resolutie die ik in februari 2014 samen met Robrecht Bothuyne en Lode Ceyssens heb ingediend in het Vlaams Parlement moet nu onverkort worden uitgevoerd. Dit is te belangrijk voor Vlaanderen in het algemeen en de Kempen in het bijzonder.