Nieuwe emissiereducerende technieken moeten sneller ingang vinden in de praktijk.

Woensdag 27 mei stelde Tinne Rombouts in de Commissie Landbouw een vraag aan Minister Joke Schauvliege omtrent het onderzoek en de procedure voor de goedkeuring van emissiearme stalsystemen in Vlaanderen. De procedure om nieuwe systemen goed te keuren is een hele kluif, maar in het kader van de IHD en PAS is het noodzakelijk om na te denken over hoe dit sneller kan.

Bedrijven met een oranje brief kunnen hun bedrijf nog uitbreiden en een hervergunning aanvragen indien de ammoniak uitstoot met 30% afneemt. In de pluimvee- en varkenshouderij zijn hiervoor al emissiereducerende technieken gekend, maar in de rundveesector zijn deze systemen schaarser. De procedure voor erkenning is tamelijk lang en hierdoor moeten sommige nieuwe systemen wachten om ingevoerd te kunnen worden in de praktijk. Door in te zetten op de ontwikkeling en implementatie van nieuwe technieken kunnen we de bedrijven die extra inspanningen moeten doen, meer ontwikkelingsruimte geven en bovendien natuur en milieu ondersteunen. Maar dat proces zou sneller moeten kunnen.

Nederland

Van zodra een nieuw stalsysteem ontwikkeld is in Nederland, zoekt men vier actieve landbouwers die het systeem willen toepassen en testen. Zij krijgen een bijzondere emissiefactor en kunnen het nieuwe systeem al in gebruik nemen. Ondertussen vinden er metingen plaats, maar het systeem vindt zo veel sneller ingang in de praktijk. Als de metingen goede resultaten aantonen dan wordt het systeem voor iedereen toegankelijk. Tinne Rombouts vroeg aan de minister of er in Vlaanderen ook in zo’n versnelde procedure kan voorzien worden en of er steun voorzien is voor nieuwe projecten.  De hamvraag is hoe we een snellere implementatie van nieuwe technieken kunnen realiseren?

Onderzoek

De minister antwoordde dat het ILVO in het kader van de V-PAS een nieuw berekeningsmodel ontwikkelde ter vervanging van de tijdrovende metingen. Het laat toe om de emissiereducties van bepaalde types reducerende technieken voor melkveestallen in te schatten. Zo moet het model de planlast verminderen. Er wordt ook naar resultaten uit het buitenland gekeken. In sommige gevallen kan het reductiepercentage op basis van gelijkaardige systemen worden ingeschat. Systemen die in andere landen op basis van dezelfde overwegingen zijn goedgekeurd kunnen ook op de Vlaamse lijst komen. Het onderzoekinstituut ILVO volgt de internationale ontwikkelingen van dichtbij op en heeft hierover nauwe contacten met de Wageningen Universiteit en Research volgens Minister Schauvliege.

Steun

Wat de steun betreft kan men ten eerste beroep doen op de kanalen van het Instituut voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). Ten tweede is er in de begroting 450.000 euro vrijgemaakt binnen het eigen vermogen van het ILVO voor onderzoek. Tot slot komt er ook nog een oproep voor demonstratieprojecten waarbij emissiereductie één van de thema’s vormt. Daardoor zullen de proefcentra hier volop op inzetten.

Extra steun en dynamiek uit de sector

Tinne Rombouts is positief over de minister haar antwoord dat ILVO met een berekeningsmodel de planlast en procedures voor nieuwe technieken serieus kan vereenvoudigen en versnellen. Ze is ook blij dat er heel wat middelen zijn vrijgemaakt voor dit specifiek onderzoek. Anderzijds dringt Rombouts er toch op aan om de dynamiek en steun die kan komen uit de privé (bijvoorbeeld stallenbouwers) en sector niet weg te duwen. De privésector wil zelf ook onderzoek voeren maar heeft daar weinig ruimte voor en verplaatst zich dan snel over de grens.

Tinne Rombouts dringt er op aan om bedrijven die de stap willen maken en mee willen investeren de kans te geven. De periode voorafgaand aan de aanvraag vraagt heel wat tijd en daarom is het interessant dat vanaf het moment een systeem ontwikkeld is het ook zo spoedig mogelijk in de praktijk kan gezet worden. “Techniek is een belangrijk onderdeel in de zoektocht naar een oplossing voor de uitdagingen waar de sector voor staat. Elk positief initiatief om versneld tot oplossingen te komen verdient aandacht.” aldus Tinne Rombouts.

De commissie bracht bovendien op 29 mei een bezoek aan drie landbouwers in Nederland die emissiereductie trachten te realiseren aan de hand van nieuwe staltechnieken.

 

Foto's