Het krokusakkoord van de Vlaamse regering: stikstof

 Op 23 februari maakte de Vlaamse regering bekend dat ze een akkoord hadden bereikt over twee belangrijke dossiers: stikstof en de bouwshift. Het zogenaamde Krokusakkoord werd kort toegelicht in de plenaire vergadering en werd vervolgens uitvoering besproken in een extra actualiteitsdebat in het Vlaams parlement. 

Tinne Rombouts nam het woord namens de CD&V-fractie voor het debat rond stikstof. Haar integrale tussenkomst kan u hieronder bekijken en herlezen: 

 

 Beste ministers, beste collega’s.

Mijn fractie weet bijzonder goed welk bloed, zweet en tranen deze beslissing heeft gekost.

Nu collega’s, er worden mensen vandaag recht in het hart getroffen. Mensen die altijd oprecht correct gehandeld hebben. Mensen waarvoor we geklapt hebben omdat ze tijdens de lockdown, of tijdens het hamstergedrag en tijdens het sluiten van de grenzen ervoor hebben gewroet om onze winkelrekken gevuld te houden. Mensen waarvan we verwachten dat ondanks stijgende winkelprijzen en daar bovenop investeringen van dierenwelzijn, voedselveiligheid , strengen milieuvoorwaarden zij zelf enkele centen of soms zelfs met verlies moeten werken. Omdat wij hier in Vlaanderen van hen verwachten dat ze het meest duurzame, kwaliteitsvolle, het meest voedselveilig voedsel voor ons produceren.
De getuigenissen van gisteren waren gisteren waren dan ook meer dan duidelijk. En de zondvloed van berichtjes die ik mocht ontvangen tot ’s avonds laat met emotionele reacties waren treffend.

Voor hun ‘bloed, zweet en tranen’ wil ik hier vandaag van voor staan.

Voor het 'bloed, zweet en tranen' die nog zouden kunnen komen als we onze primaire basisbehoefte, zijnde veilig, kwaliteitsvol, voldoende en betaalbaar voedsel, niet voldoende zouden beschermen.

Beste ministers u heeft een keuze gemaakt voor een maatregelenpakket, waar van alle sectoren inspanningen worden gevraagd, maar voor de landbouw duidelijk het meest uitdagend. Minister Crevits, onze minister van Landbouw, uw volharding in het pleidooi om in deze situatie te gaan voor een begeleide transitie met oog voor de getroffen mensen, voor de gezinnen is dan ook bijzonder belangrijk en gewaardeerd.

In het akkoord zijn duidelijke engagementen opgenomen rond flankerend beleid, een beleid om voor land- en tuinbouwers een transitie voor de toekomst mogelijk te maken met voor varkenshouders die zich vandaag in een bijzondere crisissituatie bevinden een vrijwillige uitkoopregeling te voorzien. Ook een vrijwillige uitkoopregeling voor  bedrijven met een impactscore van meer dan 20%. Er is duidelijkheid over de wijze van hervergunning. Ook over de aflopende vergunningen. En er wordt een belangrijk transitiefonds voorzien om bedrijven te ondersteunen bij investeringen. En ja, bij die investeringen hoort ook de omarming van innovatieve technieken. Hoe cynisch zou het zijn als we in Vlaanderen koploper willen zijn op innovatie, dat onze Vlaamse landbouw internationaal geroemd wordt, zelfs binnen de IT-sector, binnen dataverwerking, om de technieken die binnen de land- en tuinbouw worden toegepast. Ja, innovatie zal mee voor een oplossing moeten zorgen. Belangrijk is ook dat de reeds gedane investeringen in AEA stallen bij varkens en kippen en de PAS-technieken bij rundvee ook in rekening worden gebracht. Want er is de afgelopen jaren heel wat geïnvesteerd daarin.

Of het vangnet voldoende groot en sluitend is, is een bezorgdheid dat leeft op het terrein. En ministers, ik wil u dan ook vragen om aandacht te hebben voor overleg met de  sector en ook pro-actief landbouwers te informeren en hen antwoorden te geven op de vele vragen die door hun hoofden tollen.

Collega’s,

De keuze om in te breken op afspraken die een overheid gemaakt heeft met zijn inwoners, met ondernemers, ligt bijzonder moeilijk. Ten allen tijden optreden als een betrouwbare overheid zou toch het adagium moeten zijn.

Een tweede punt wat mij in het bijzonder, maar velen met mij bezorgd maakt, is de aparte behandeling van het Turnhouts Vennegebied. Collega’s dit is een schitterende regio waar een samenspel tussen natuur en landbouw in het landschap voor een bijzondere beleving zorgt en tot voor kort zonder bijzondere conflicten. Een regio met honderdeden, knappe, moderne landbouwbedrijven, échte familiale landbouwbedrijven, met veelal jonge bedrijfsleiders. Zij zijn nu bijzonder bezorgd  over hun toekomst. Generaties na generaties delen zij het landschap met vennen blijkt nu met een bijzonder lage kritische depositiewaarde. Zo laag zelfs dat we ons ook de kritische vraag moeten durven stellen dat als we alle menselijke activiteit in het gebied stoppen, de vooropgestelde kwaliteit ook dan zouden halen. Met andere woorden, de vraag naar de maatschappelijke haalbaarheid van deze doelstelling is zeer terecht, die moeten we durven stellen. Ministers, daarom wil ook vragen dat de intendant die wordt aangesteld, niet in een keurslijf moet werken, maar alle vrijheid krijgt op vlak van natuur en landbouw en ook om deze maatschappelijke vraag ten gronde te beantwoorden.  Bovendien wil ik oproepen dit proces zo spoedig mogelijk te doorlopen, met aandacht ook voor ondernemers die nu, morgen of binnen een jaar keuzes moeten kunnen maken voor hun bedrijf, voor hun gezin.

En ten derde collega’s, onze eigen voedselvoorziening! Als we menen dat we de plofkippen met Salmonella uit zuiderse landen niet willen, en als we menen dat we de meest duurzame biefstuk en het meest duurzame glas melk willen drinken, is een positief toekomstperspectief voor onze landbouwsector nodig met zekerheden voor potentiële jonge starters, maar ook voor onze ganse voedingsketen. En daarom beste ministers is de beloofde socio-economische impactberekening van dit maatregelenpakket cruciaal en is ook monitoring in de toekomst belangrijk. Bij deze wil ik vragen om daar de komende maanden nadrukkelijk invulling aan te geven.

Collega’s, beste ministers, ik heb begrepen dat u dit pakket aan maatregelen in openbaar onderzoek zal brengen. Ik hoop  dat we oprecht luisteren naar de bezorgdheden en knelpunten die worden aangedragen, dat we ze niet wegduwen, maar dat we ze wel ter harte nemen.