Inzet burgerhulp is levensnoodzakelijk
Vlaams Parlementslid Tinne Rombouts pleit voor de erkenning van burgerhulpverleners. "Bij een hartfalen zijn er meestal heel wat mensen in de omgeving. Als zij dadelijk kunnen beginnen reanimeren, in afwachting van de hulpdiensten, maakt dit een wezenlijk verschil in de overlevingskansen. Zeker als door de geografische ligging en mobiliteitsproblemen de hulpdiensten nog eens langer onderweg zijn. Daarom besliste wij in Hoogstraten om burgers actief te kunnen oproepen om hulp te bieden. Opgeleide burgers, gecombineerd met de aanwezigheid van AED-toestellen en een werkende app, kunnen het verschil maken, zo bewijst ook ons proefproject”, stelt voormalig burgemeester en Vlaams volksvertegenwoordiger Tinne Rombouts (CD&V). “Ik roep dan ook op – oa. samen collega Jo Brouns (CD&V) - om ook in andere gemeenten dit te willen lanceren, volg ik dan ook volledig.”
Vrijwilligers zijn essentieel
"Vanaf de start van het project zijn we als stad op zoek gegaan naar vrijwilligers. Alleen met voldoende mensen blijft zo’n systeem werken. Ondertussen melden zich 231 mensen aan dankzij een lokale communicatiecampagne." Rombouts: "Een bewijs dat het leeft onder de mensen. Ik geloof dat de wil om mensen te helpen wanneer het er echt om doet, bij iedereen aanwezig is. Niet alleen in Hoogstraten”. De vrijwilligers krijgen een opleiding van het Rode Kruis en melden zich aan op de hulpverleningsapp EVAPP. Dat systeem zorgt voor een snelle alert als er hulp nabij gewenst wordt.
“Als ons vrijwilligersnetwerk kan uitgebreid worden over gans Vlaanderen of België wordt het systeem alleen maar krachtiger. Een Hoogstraatse EVAPP-vrijwilliger gaat ongetwijfeld wel eens op vakantie naar zee of naar Limburg. Als deze gemeenten dan ook met EVAPP werkt, kunnen zij in geval van nood ook daar opgeroepen worden en de nodige hulp verlenen.” stelt Rombouts.
Federale Overheid moet burgerhulpverleners erkennen.
“Het enige overblijvende struikelblok is de erkenning van de burgerhulpverleners. De federale overheid zou deze groep van vrijwilligers (First Responders- Burgerhulpverleners) moeten erkennen zodat het systeem gereguleerd kan worden.”, stelt Tinne Rombouts. “Hierdoor wordt niet alleen het systeem GDPR-proof, maar kan ook de verzekering, de vereiste opleiding en de nazorg op een goede manier worden georganiseerd. Voor mij lijkt dit evident en voelt het gek aan dat een federale overheid niet zou meestappen. Het is immers een burgerplicht om mensen in nood te helpen. Waarom zou de overheid mensen dan niet helpen om hun burgerplicht nog efficiënter te kunnen uitvoeren? Een burgerhulpverleningsnetwerk is voor sommige incidenten levensnoodzakelijk!”, aldus Rombouts.