MAP 6 biedt instrumenten tegen mestfraude

Tinne Rombouts, Vlaams volksvertegenwoordiger en voorzitter van de commissie Leefmilieu in het Vlaams parlement reageert op de berichtgeving over mestfraude die plaatsvindt bij het transport en de verwerking van mest.

In 1995 werd het eerste Mestactieplan (MAP) opgemaakt en sindsdien levert de landbouwsector stevige inspanningen om de oppervlaktewaterkwaliteit te verbeteren. De eerste jaren boekte de land- en tuinbouwsector grote resultaten, maar zoals Dhr. Vilfredo Pareto in zijn 80-20 regel stelt, zijn de laatste stappen het moeilijkst. Daarbij is de land- en tuinbouwsector de enige sector die rechtstreeks onderhevig is aan natuurlijke fenomenen zoals de bodemkwaliteit en de weersomstandigheden die altijd een onzekere factor vormen. 

Een goede bemesting is voor land- en tuinbouwers cruciaal om de kwaliteitsvolle, duurzame voedselproducten af te leveren die wij in de winkelrekken uitkiezen. De eisen van de consument zijn niet min. Kromme wortels laten we liggen, net als te kleine kolen of een te bleke prei. Maar om die rechte wortel of die grote mooie ronde kool te laten groeien, is die mest, die vaak als boosdoener en afvalstof wordt aanzien, net de belangrijkste grondstof! Zonder de juiste bemesting krijgen we deze kwaliteitsvolle producten niet in de winkelrekken.

Sinds 1995 is er elk jaar een rapportering over de waterkwaliteit aan het parlement én aan Europa. Voor alle EU-lidstaten is er elke vier jaar een bijsturing van hun actieplan. De waterkwaliteit houden we nauwlettend in de gaten. De bijsturingen baseren we op wetenschappelijke kennis die gecontroleerd wordt door de Europese instellingen. Vlaanderen vervult op dat vlak een voorbeeldrol, vele landen kijken met interesse naar onze kennisopbouw en de manier waarop we landbouwpraktijken begeleiden.

We werken op een minutieuze manier. Met andere woorden als mest verkeerdelijk wordt gebruikt, heeft dat ineens grote gevolgen, zeker wanneer er enkelingen zijn die fraude willen plegen. In de parlementaire discussies over het nieuwe mestactieplan is dat ook duidelijk gesteld. Aan de VLM (Mestbank) is uitdrukkelijk de opdracht gegeven om de focus te verleggen naar de praktijken die invloed hebben op het milieu, met extra aandacht voor mestverwerking, in plaats van zich te richten op administratieve controles. Dat fraude aan het licht komt, is het resultaat van de terreincontroles die de voorbije jaren zijn ingevoerd en opgedreven.

In MAP6, dat morgen ter stemming voorligt in een speciaal bijeengeroepen plenaire vergadering, is die focus ook vertaald in een aantal extra handhavingsinstrumenten. Zo moet elke mestverwerker een debietmeter installeren, moeten alle mesttransporten waar de waterkwaliteit nog niet in orde is via GPS verlopen, zijn er hogere boetes voor wie tegen de lamp loopt en zal het kunstmestgebruik beter in beeld worden gebracht. Een adequate aanpak met andere woorden! Het enige wat deze discussie nog maar eens onderstreept, is dat we geen tegenstellingen moeten zoeken maar wel samen moeten werken om de mazen in het net zo snel mogelijk te sluiten. “Daarom moeten we morgen het nieuwe mestdecreet goedkeuren en ik hoop daarbij op een unanimiteit,” aldus Tinne Rombouts.

Tinne Rombouts: “Door land- en tuinbouwers op een positieve manier aan te moedigen om de doelstellingen te halen, zullen we meer resultaten boeken dan wanneer we hen stigmatiseren. Zij die misbruik maken van het systeem en daarmee de goede inspanningen van hun collega’s en de verbeteringen van de waterkwaliteit teniet doen, doen de deur dicht voor de eigen sector. Het nieuwe MAP geeft nieuwe werkinstrumenten. Het is aan de Mestbank om deze op de meest milieuefficiënte manier in te zetten en eventuele fraudepraktijken te stoppen. Alleen zo zullen we betere resultaten kunnen boeken!”