Meer aandacht voor kinderen en jeugd is verantwoordelijkheid van elk beleidsdomein

De positie van onze Vlaamse kinderen en jeugd is een verantwoordelijkheid van alle Vlaamse ministers. Naar aanleiding van de Dag van het Gezin, diende ik in het Vlaams parlement vragen in over de positie van kinderen en jongeren bij alle negen Vlaamse ministers. De situatie is precair, elk beleidsdomein moet hier mee over nadenken.

De coronacrisis treft alle kinderen en jongeren. In het bijzonder kinderen die al kwetsbaar waren, worden sinds de start van de coronacrisis extra kwetsbaar. Toch komt het perspectief van kinderen en jongeren volgens verschillende kinderrechtenorganisaties en experts nog te weinig aan bod in het publieke debat en bij het uitstippelen van het beleid. Ook vanuit de veiligheidsraad wordt er te weinig rekening gehouden met kinderen.

Veel initiatieven

Minister van Jeugd Benjamin Dalle wringt zich in bochten om de positie van kinderen en jongeren te verbeteren en zette het project Generatie Veerkracht op poten. Ook vanuit de commissie Jeugd in het Vlaams parlement is er consensus: er moet meer aandacht zijn voor kinderen en jeugd. Over de partijgrenzen heen werd hierover een open brief gestuurd naar de Minister-President en naar de GEES.

Maar de positie van onze kinderen en jongeren is niet enkel de bevoegdheid van de minister van Jeugd, die vandaag zijn handen vol heeft. Elk beleidsdomein moet hieraan bijdragen. Denk maar aan de minister bevoegd voor Leefmilieu. Die kan zorgen dat er meer ruimte komt in de parken voor kinderen en jongeren om te spelen. Sinds de start van de coronacrisis zitten heel wat kinderen en jongeren permanent binnen! De minister van Landbouw kan nadenken over zorgboerderijen of studentenjobs in de landbouw en de minister van Binnenlands bestuur kan de lokale overheden ondersteunen om te kiezen voor een breed, kindvriendelijk beleid. Zo kan er een plan uitgewerkt worden ter ondersteuning van lokale besturen bij jeugdbeleid. Iedereen moet nu mee trekken aan hetzelfde zeel, dat van een kindvriendelijke exitstrategie.