Meerheiderheid bereikt akkoord over omzetting MAP6

De meerderheidspartijen dienden vandaag in het Vlaams parlement een voorstel van decreet in over de omzetting van het zesde mestactieprogramma (MAP6) in Vlaamse regelgeving. “Met deze nieuwe maatregelen wordt de koers bijgestuurd om ervoor te zorgen dat de waterkwaliteit in landbouwgebied opnieuw zal verbeteren,” aldus Vlaams volksvertegenwoordiger Tinne Rombouts (CD&V).

De Europese nitraatrichtlijn verplicht de lidstaten om elke 4 jaar een actieplan op te stellen met maatregelen om in kwetsbare gebieden de stikstof- en fosforverliezen uit de land- en tuinbouw te verminderen. Dat is nodig om een goede kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te bereiken.

Eind vorig jaar ging de Europese Commissie principieel akkoord met het ontwerpactieprogramma 2019-2022 en gaf aan dat Vlaanderen snel van start moest gaan met MAP6. “De waterkwaliteit in landbouwgebied stagneert de laatste jaren en de uitzonderlijke droogtes van de afgelopen 2 jaar zetten de resultaten nog meer onder druk,” zegt Tinne Rombouts (CD&V), "In MAP6 leggen we voldoende ambitieuze, maar haalbare, maatregelen voor zodat de waterkwaliteit opnieuw kan verbeteren.”

Vooral een bemesting die niet is aangepast aan de behoefte van de plant kan problemen veroorzaken. Daarom bepaalt MAP6 enkele randvoorwaarden zodat de bemesting volgens de  '4J-principes’ uitgevoerd wordt: ‘Juiste dosis’, ‘Juiste tijdstip’, ‘Juiste mestsoort’ en ‘Juiste bemestingstechniek’.

Om dat te realiseren zal het actieplan enerzijds inzetten op een betere implementatie en handhaving met specifieke aandacht voor de mestverwerking en het kunstmestgebruik. Anderzijds wordt de gebiedsgerichte aanpak geïntensiveerd. Vlaanderen zal daarbij opgedeeld worden in 4 gebiedstypes op basis van de gemeten waterkwaliteit. Voor elk gebiedstype gelden specifieke maatregelen afhankelijk van het nog te bereiken doel. Deze gaan verder dan de voorwaarden van het vorige mestactieprogramma. De specifieke maatregelen zullen van toepassing worden op zo'n 400.000 ha landbouwareaal in Vlaanderen. Dat betekent dat de waterkwaliteit in grotere gebieden extra beschermd zal worden door de inspanningen van onze land- en tuinbouwers.

 Voor de opdeling van Vlaanderen in de vier gebiedstypes werken we met verlaagde gemiddelde meetwaarden. Zo kunnen we beter de gebieden afbakenen waar er een structureel probleem of risico is omdat extreme resultaten, soms door niet te verklaren omstandigheden, minder bepalend zijn. Bovendien worden de land- en tuinbouwers in deze gebieden ook individueel opgevolgd en krijgen zij de kans om vrijgesteld te worden van de bijkomende maatregelen, indien ze op bedrijfsniveau goede resultaten kunnen voorleggen. Dit is een belangrijke stimulans voor de land- en tuinbouwers om de doelstellingen te behalen.

Daarnaast moet dit akkoord ervoor zorgen dat een derogatie kan bekomen worden bij de Europese Commissie. Daardoor kunnen landbouwbedrijven onder strikte voorwaarden en nauwkeurige opvolging meer dierlijke mest aanwenden waardoor minder kunstmest gebruikt wordt. “Voor alle duidelijkheid: de totale bemestingsnorm verandert niet,” stelt Tinne Rombouts (CD&V), “De derogatie laat de betrokken bedrijven toe om hun natuurlijke producten meer te gebruiken in de plaats van chemische producten en zo te werken volgens de principes van de circulaire economie. Het is reeds bewezen dat dit geen negatieve impact heeft op de waterkwaliteit. Derogatie is een ecologisch verantwoorde en kostenbesparende maatregel en daardoor ook zo belangrijk.”

Rekening houdend met de stagnerende waterkwaliteit en de meest recente minder goede meetresultaten van nitraat in het oppervlaktewater nemen de meerderheidspartijen hun verantwoordelijkheid door via dit voorstel van decreet meer garanties te geven op een betere bescherming van het water dan voorzien in het ontwerpactieprogramma, en daarnaast ook de landbouwers de nodige rechtszekerheid te bieden over de gevraagde inspanningen en de derogatie veilig te stellen.